Wat zijn representatiekosten?
Representatiekosten zijn eigenlijk kosten die je maakt om je bedrijf goed te presenteren, waar geen directe tegenprestatie aan verbonden is. Denk bijvoorbeeld aan een feestjes, etentjes en zakelijke kleding.
In beginsel zijn kosten aftrekbaar maar de belastingdienst stelt wel grenzen aan de aftrekbaarheid van representatiekosten. Het is niet exact duidelijk omschreven door de belastingdienst wat deze kosten omvatten. Je moet er wel voor zorgen dat als je je diners, feestjes of uitjes met klanten goed kan onderbouwen als de belastingdienst daarom vraagt.
Voorbeelden van representatiekosten.
Representatiekosten is een verzamelwoord, dat diverse kosten omvat. De belastingdienst specificeert niet exact wat zij bedoelen met representatie, omdat niet precies vastligt wat allemaal onder representatiekosten valt, kan hier enigszins flexibel mee omgegaan worden. Je kan ook de discussie aangaan met de belastingdienst als je kan onderbouwen waarom het onder representatiekosten zou moeten vallen.
Voorbeelden van representatiekosten:
- Zakelijke lunches en diners
- Organisatiekosten van zakelijke feesten en evenementen
- Bijdragen aan feesten en evenementen
- Relatiegeschenken
- Congressen en recepties
Voorbeelden van die geen representatiekosten zijn:
- Kleding (met uitzondering van bedrijfskleding met opdruk van logo)
- Persoonlijke verzorging
- Voertuigen voor representatieve doeleinden
Wat valt niet onder representatiekosten?
Een aantal kosten die misschien wel op representatiekosten lijken maar er net niet onder vallen zijn kosten voor uiterlijke verzorging en kleding. Deze kosten mag je niet als zakelijke kosten opvoeren. Werkkleding is dan weer wel volledig aftrekbaar, maar dan moet de kleding wel binnen het bedrijf gedragen worden (werkoverals of shirts), vaak met het bedrijfslogo erop. Voertuigen die voor representatieve doeleinden zijn ook niet aftrekbaar.
Representatiekosten aftrekken.
De belastingdienst heeft voor de gemengde kosten een drempel ingesteld op €4.700. Dit houdt in dat je de gemengde kosten die boven deze drempel komen hiervan af mag trekken. Veel kleine ondernemers maken minder gemengde kosten waardoor de drempel dus te hoog is voor hun. Als je niet aan de €4.700 komt dan mag je in plaats daarvan 80% van de kosten aftrekken als IB-ondernemer, maar voor reis en verblijfkosten geldt dat je in beide gevallen niet meer dan €1.500 mag aftrekken.
